Ik kocht 3 maanden NIKS – en zo is dat gegaan
Waarom ik een shopstop hield, en mijn *eerlijke* ervaringen ermee
In de maanden augustus, september en oktober hield ik een shopstop. (Ik weet niet of dat een officieel woord is trouwens – ik heb het van Eline Hoogenboom/Villavie).
Oftewel: drie maanden lang NIKS kopen wat ik niet nodig heb.
Hoe ik op het idee kwam 👇🏼
Als je me een beetje kent, weet je dat ik gek ben op leuke spullen. Kaarsen, schaaltjes, boeken, tijdschriften, kandelaars, koffiemokken, posters, leuke sokken, vaatdoeken, bakjes, kussentjes, douchegel, nagellak, shampoo.
Je snapt het. Ik kan de hele HEMA leegkopen als ik wil.
En het erge is, ik woon om de hoek bij de HEMA. En de Etos, Blokker, Bruna en meer dan 100 andere leuke winkels. Dus als ik éven niks te doen heb, ga ik gerust een blokje om en kom ik met volle tassen thuis.
Niet goed voor de portemonnee.
En – daar komt-ie – niet goed voor de wereld.
Qua kleding ben ik de laatste jaren wat bewuster bezig met mijn aankopen. Dat komt vooral door een interview dat ik hield met Janine Hoekman. Zij is haar eigen duurzame en fair kledingmerk gestart: Common & Sense. Eén zin uit ons gesprek is me echt bijgebleven:
“Wat je koopt, support je.”
Oftewel: met je aankoop ‘stem’ je op iets. Eerst dacht ik ‘Ach, dat truitje van 8 euro bij de Zara ligt er tóch — dan kan ik dat prima meenemen.’ Maar als ik zo’n trui koop, steun ik fast fashion. Dan sta ik toe dat mensen aan de andere kant van de wereld mijn kleding maken voor een heel slecht loon en onder barre werkomstandigheden. En zolang ik dat doe, en mijn buurvrouw, vriendinnen, stadsgenoten — zolang er animo is voor Zara, Primark, Berschka en al die andere winkels – blijven ze echt wel doorgaan met die troep produceren.
Goed, dat verhaal kennen we (hopelijk) inmiddels wel.
Ik had dat gevoel alleen nog niet bij spullen.
Totdat ik een fragment uit deze aflevering van De Ongelooflijke Podcast hoorde. Een interview met econoom (en christen) Paul Schenderling, over hoe je kunt ‘leven van genoeg’, waarom dat nodig is — en wat voor vreugde je dat oplevert. Aanrader om even te luisteren!
Een korte tijd later werd ik gevraagd door Eva (het vrouwenmagazine van de EO) om een artikel te schrijven over ‘leven van genoeg’. Reden om me er meer in te verdiepen – en om Paul Schenderling hier zelf over te spreken.
En dat interview was… mind blowing.
Voor de volledige versie verwijs ik je graag naar Eva 5, maar dit was zijn punt in het kort:
Om zo snel mogelijk binnen de draagkracht van de wereld te gaan leven, is de meeste winst te behalen op het vlak van consumptie, volgens Schenderling. Veel van de milieuwinst die we de afgelopen decennia hebben gerealiseerd, wordt namelijk ongedaan gemaakt door consumptiegroei.
Schenderling en zijn vrouw begonnen minder spullen aan te schaffen — dat bleek goed te doen zonder te veel in te leveren. Ze waren zelfs 20 procent goedkoper uit, waardoor Schenderling zijn werkweek terug kon schroeven naar drie dagen (!!). Al dat extra geld zouden ze toch maar besteden aan nutteloze dingen.
“In een huishouden waarin je alles hebt, ben je van bijna niets meer afhankelijk van je buurman of buurvrouw. Ons leven is zo georganiseerd dat we niet hoeven te vertrouwen op God of de gemeenschap. (…) Hoe kunnen we meer van dat vertrouwen terugkrijgen?” (Een zoveel diepgaander probleem!)
Schenderlings oplossing ligt in een gemeenschapseconomie: meer vertrouwen op elkaar, en op God. Niet alles zelf nieuw kopen, maar delen, lenen en hergebruiken. Iets afhankelijker zijn van elkaar. Ons niet druk maken over meer spullen en meer vakanties, maar bezig zijn met de vraag: hoe kunnen we uitdelen aan anderen in onze omgeving?
En die levenshouding geeft hem meer vreugde. “Ik doe meer vrijwilligerswerk, ervaar meer rust, heb meer contacten in de buurt en ben creatiever omdat ik meer repareer. Voor mijn gevoel ben ik meer tot ontplooiing gekomen.”
Schenderlings verhaal en persoonlijke ervaring was voor mij reden genoeg om eens goed naar mijn eigen bestedingspatroon te kijken. Want ook achter die leuke kaarsen, koffiemokken en nagellakjes gaat van alles schuil. Mensen in de keten die er wellicht niet goed voor betaald krijgen, vervuilende materialen/technieken in het maakproces, vliegtuigen of scheepsladingen aan troep om het hier in de winkels te krijgen. De exacte research laat ik aan anderen over. Maar het moge duidelijk zijn: we mogen wel wat minder consumeren met z’n allen.
Dus: ik stelde een ‘shopstop’ in. Om mezelf daarin te oefenen.
De spelregels 🔎
Het idee: drie maanden lang niks kopen wat ik niet nodig heb.
Geen kleding en schoenen (ook niet tweedehands. Gewoon, om te oefenen in ‘leven van genoeg’)
Geen cosmetica (make-up, shampoo, skincare etc.) tenzij iets echt op is
Geen boeken, tijdschriften en andere ‘voor de lol’-producten
Geen interieuritems
Ook voor mijn baby Niels geen onnodige spullen (want ik zou zomaar mijn koopdrang op babywinkels kunnen afreageren… En dan mis ik mijn doel)
In de maanden augustus, september en oktober. Tricky, want in september hadden we een vakantie gepland met onder andere een dag Venetië.
Extra challenge: The Minimalism Game, waarbij je op dag 1 één ding wegdoet, op dag 2 twee dingen, et cetera… En aan het eind van de maand heb je meer dan 500 dingen weggedaan.
Uitgesloten van mijn shopstop: eten, drinken, drankjes op het terras, uitjes (ik ben bijvoorbeeld naar de bios geweest met vriendinnen), de kapper.
3 maanden niets kopen: hoe is het gegaan?!
En nú het eerlijke verhaal. Hoe is de shopstop me bevallen? Is het gelukt?
Het korte antwoord: het is goed gegaan.
Behalve dat mijn broer op 1 augustus in de familieapp zette: ‘We zijn in de IKEA, iemand nog wat nodig?’ En dat ik al vrij lang een draaiplateau wilde voor in onze voorraadkast. FAAL op dag 1.
Dan maar op 2 augustus beginnen.
Maar ik heb gaandeweg gemerkt dat het me goed is afgegaan, en minder moeilijk dan gedacht.
Een aantal highlights:
Nieuwsbrieven van mijn favoriete merken verwijderde ik ongeopend. Ook ontvolgde ik accounts/mensen die alleen maar reclame maken, of die alleen maar veel te leuke kleding dragen en waar ik dus hebberig van werd. Ik logde zelfs 2 weken lang niet in op Insta, om te kijken of dat hielp. (Het idee was een maand, maar na 2 weken had ik mijn lesje geleerd ;-)).
Dingen die ik écht graag wilde hebben (en ook enigszins nodig had), zette ik op mijn lijstje.nl. Een van mijn meest bezochte websites denk ik, deze maanden. Zoals een passpiegel, een paar boeken, een mooie tas, wijnglazen. Sommige items haalden het lijstje, maar haalde ik er na een tijdje weer af — het was me toch te weinig waard. Goede oefening.
Ook hield ik een persoonlijk lijstje bij met kledingstukken die ik wil aanschaffen na mijn shopstop. Een mooie, nette trui bij een bepaalde winkel, mooie comfortabele sneakers, etc.
Het lastigste vond ik nog het fysiek winkelen. Ik hoor nog bij de 1 procent die liever in een winkelstraat loopt dan onlineshopt. Als ik iets moois zag, of gewoon een 1+1-aanbieding voor shampoo, was ik geneigd het te kopen — maar nee, het mocht echt niet want ik had nog genoeg shampoo staan. Dus ik deed het ook niet.
Ik merkte wel dat ik er steeds beter in werd. Al die etalages met nieuwe collecties, ik kon er op een gegeven moment niet meer warm of koud van worden. (Nou ja, koud wel trouwens – als je weet hoeveel kleding er verloren gaat). Ook tijdens ons bezoek aan Venetië heb ik niks aangeschaft. Het hielp dat 90 procent van de winkels daar megatoeristisch is, met plastic magneten, aanstekers en asbakken waar je weinig aan hebt.
Het viel me op hoe blij je bent als je dan ineens iets gratis krijgt. Zoals een setje zelfgemaakte oorbellen op een teammeeting van Villavie, waar ik voor schrijf. En het magazine Flow, waar ik een abonnement op heb — die komt vaak ook met leuke extra’s.
#failure
Eén ding vond ik twijfelachtig: bloemen. Ik heb twee keer een bos bloemen gekocht. Dat hoort toch echt tot de categorie dingen die je niet nodig hebt… Maar ik wilde mijn huis zo graag opvrolijken. Ik gunde mezelf een wildcard. Verder heb ik wel tandpasta (want: op), een conditioner (want: degene die ik had was vreselijk) en cadeautjes voor anderen gekocht (want: het/ik moet wel leuk blijven 😁).
Op één vlak heb ik wel echt gefaald. En dat is Niels. Hij was jarig in oktober en we gaven een feestje voor familie. Ik kon de slingers van vorig jaar zo snel niet vinden. We wilden hem leuke cadeautjes geven, en kochten die deels via Bol.com (wat ik echt heel stom vind). En we liepen tijdens ons HEMA-bezoek (voor nieuwe slingers) tegen leuke truitjes aan. Niels is flink gegroeid en we zitten in een nieuw seizoen, dus we hebben ook wel nieuwe maten nodig… Maar het is niet dat hij niks heeft.
En dus… Gezwicht. Tja.
Niemand is perfect, ik ook niet. En dat ik hier dan weer een schuldgevoel bij heb, is dan weer een win.
Een minder vol huis
Doordat ik mijn shopstop combineerde met The Minimalism Game, is ons huishouden ook daadwerkelijk geëindigd met minder spullen. Oude studieboeken, kleding en sieraden die ik nooit droeg, 2 van de 5 houten planken op het aanrecht, overtollig servies, plaids, kussens: er is héél véél weg. Sorry mam, voor de kratten spullen die we naar Goes hebben gesjouwd. (Zij bracht die dan weer een kringloopwinkel voor het goede doel).
En nu?
Al met al heeft dit avontuur me bewuster gemaakt van mijn aankopen. Iets moet écht nodig, goed, en/of mooi (het liefst alle drie) zijn voordat ik het koop. Voor november heb ik wel wat op m’n lijst staan, zoals kleine bakjes (waar ik fruit voor Niels in kan bewaren), nieuwe schoenen voor de winter en een nette trui in een bepaalde kleur.
En: duurzaam is niet iets voor geitenwollensokkentypes, het is gewoon een woord voor ‘ergens lang mee doen’. Dus die Nikes die ik al 4 jaar heb, zijn ook duurzaam.
Natuurlijk ben ik niet perfect, bij lange na niet. En ik wil ook niemand veroordelen. Maar ik denk dat bewustwording al een stap in de goede richting is. Hopelijk heb ook jij er wat aan. Zodat we samen langzaam een verandering teweeg kunnen brengen. Je helpt de aarde én jezelf ermee. (Lees ook echt even mijn artikel in de Eva, daarin staan nog meer eyeopeners ;-)).
Nog een leestip: Hoe combineer je kleding die je al hebt? Voor Eva interviewde ik stylecoach Maria, en zij kwam met leuke tips. Onder andere: je leert veel van de kleding die je niet draagt. Probeer voor jezelf te formuleren waarom je een item niet veel hebt aangehad — zo voorkom je miskopen.
‘The birds who own nothing…’
Ik wil afsluiten met gedeelte uit een gedicht van Mary Oliver, waarin ze (in de tekst vóór dit fragment) schrijft dat ze veel van haar spullen in één keer heeft weggedaan.
I felt like the little donkey when
his burden is finally lifted. Things!
Burn them, burn them! Make a beautiful
fire! More room in your heart for love,
for the trees! For the birds who own
nothing –– the reason they can fly.
(Mary Oliver, Felicity, 2014)